Windenergie Goeree-Overflakkee

De provincie Zuid-Holland zet als windrijke kustprovincie in op duurzame windenergie. Ook het Rijk heeft aangegeven windturbines te willen op land in de Zuid- westelijke Delta. Om van windenergie een succes te maken is het belangrijk om potentiële locaties zorgvuldig af te wegen. Windturbines hebben immers een grote impact op het landschap. Ze zijn niet overal op hun plaats. Het ontwerp, de opstelling van de turbines, is heel belangrijk en kan het verschil maken tussen acceptabel of onacceptabel. Windturbines kunnen in bepaalde gevallen het landschap versterken en bijdragen aan de identiteit en leesbaarheid. 

 

De vraag die in eerste instantie in dit onderzoek werd meegegeven is: hoeveel MW aan windenergie kan er in de randzone van het eiland gesitueerd worden gelet op onder andere de landschappelijke en cultuurhistorische kenmerken en kwaliteiten en de plaatsingsvereisten voor windturbines? In deze studie kijken we of de doelstelling van 200-300 MW haalbaar is op basis van de plaatsingscriteria zoals die in de Nota Wervelender zijn gegeven. We kiezen daarbij de gemiddelde doelstelling van 250 MW als uitgangspunt. Vervolgens onderzoeken we welke verschillende ruimtelijke opties er denkbaar zijn voor het realiseren van die doelstelling en welke impact deze hebben op het landschap en de cultuurhistorie.

Het complete rapport kan hier gedownload worden:Windenergie Goeree Overflakkee

a

LOCATIEGoeree-OverflakkeeOPDRACHTGEVERProvincie Zuid-HollandCATEGORIEOnderzoekPERIODE2011STATUSGepubliceerd

Zicht vanaf Oude Westerloosedijk
Slikken van Flakkee

 

In de Nota Wervelender (2011) is aangegeven waar windenergie gewenst is, of onder voorwaarden gewenst is, of ongewenst is. Op Goeree-Overflakkee is een concentratiegebied aangewezen. Het gaat hier om: zones gekoppeld aan grootschalige infrastructuur (dammen, dijken) en grootschalige scheidslijnen tussen land en water het zuidelijk deel van de provincie. Dit plaatsingsgebied is volgens de Nota Wervelender bij uitstek ook geschikt als concentratiegebied voor windenergie (windpark) namelijk de randzone van Goeree-Overflakkee.

Dit gebied wordt als voorkeurslocatie beschouwd, waarbij bijzondere aandacht voor ruimtelijke kwaliteit is, waaronder voldoende doorzichten. Vrijwaringsgebieden zijn Natura 2000-gebieden, de EHS en beschermde natuurmonumenten, vanwege  ecologische waarden. De kop van Goeree-Overflakkee, met het voor natuur en recreatie waardevolle kustduingebied, en de Deltawateren rondom het eiland worden zodoende gevrijwaard van windturbines.

Polder Diederik

landschappelijke concepten

Na de analyse van het landschap en rekening houdend met de plaatsingscriteria van de Nota Wervelender, onderscheiden we drie landschappelijke concepten:

Het eerste noemen we het Nieuwland concept. In dit concept kiezen we voor het toepassen van windenergie zoveel mogelijk in de jongere polders. De oudste polders, zoals daar zijn de Polder Roxenisse, Polder Dirksland, Polder het Oudeland van Sommelsdijk/ Polder het Oudeland van Middelharnis, Polder het Oudeland van Oude-Tongen, Polder het Oudeland (Ooltgensplaat), blijven vrij van grootschalige windenergie. Deze polders zijn het meest cultuurhistorisch waardevol, hier liggen de oude kernen die met hun havenkanalen verbonden zijn aan het buitenwater.

Het tweede concept noemen we het Poorten concept. Dit is gericht op het accentueren met windenergie van de toegangen tot het eiland.

Het derde concept is gericht op het accentueren van het de Hals die de verbinding vormt tussen de Kop van Goeree en de Romp Flakkee.

 

 

De concepten zijn vertaald in 5 uitwerkingen voor 3,4 MW turbines en 5 uitwerkingen voor 6 MW turbines.Hieronder wordt 1 uitwerking behandeld.Voor de overige uitwerkingen kan het rapport worden geraadpleegd.

uitwerking Nieuwland lijn: 3,4Mw

De lijnopstellingen zijn zo ontworpen dat er een afwisseling ontstaat van windturbinelijnen en open stukken, vanwege de notitie uit Wervelender, dat er bijzondere aandacht voor voldoende doorkijken dient te zijn. De lijnstukken lopen nooit over de grens van polders heen en sluiten zo aan bij de in het landschap aanwezig ritmiek. Lijnopstellingen passen goed bij de vorm van de nieuwlandpolders. Bij de lijnopstellingen hebben we ons beperkt tot rechte lijnen en niet voor het volgen van topografische gegevens zoals bochtige dijken.

We hebben hiervoor gekozen omdat dit het meeste rustige beeld oplevert. Bovendien zijn de nieuwlandpolders veelal langgerekt en hebben zij dikwijls strakke rechte dijken.

De afstand tussen de masten bedraagt 364 m. De maximale lijn bij de 3.4 MW opstelling bestaat uit 8 turbines (met een totale lengte van mast tot mast van 2548 m). De kortste ontworpen lijn bestaat uit 4 turbines (met een totale lengte van mast tot mast van 1092 m).